maandag 22 augustus 2022

'22 COMEBACK SPECIAL

Welkom op mijn vernieuwde blog geluid onder de pannen.

En neen, het zijn geen muizen! Op mijn blog dak van de wereld, waar ik naast geschiedenis en politiek ook over muziek schreef, heb ik besloten vanaf nu het thema van deze blog toe te spitsen op muziek in de brede betekenis van het woord. Dus vanaf nu is er geluid onder de pannen!

Wat is echter het belang van een blog als deze? Er zijn al zo veel blogs. Eigenlijk volstaat daarvoor één woord: passie, jawel. Passie voor muziek, geschiedenis, cultuur en de combinatie van deze drie. 

Ik werd de laatste jaren steeds meer een bescheiden verzamelaar van muziek op allerlei soorten geluidsdragers. Dat maakt de keuze om muziek als hoofdonderwerp te kiezen echter voor de hand liggend.

Bovendien heb ik altijd al belangstelling gehad voor het schrijven. Ik ben er mij echter van bewust dat het schrijversambacht regelmatige oefening vraagt. Ook daar speelt deze blog een rol. Bloggen is immers een uitstekende manier om je schrijverschap te trainen

Al bij al reden dus genoeg om vol enthousiasme mijn blogstukjes aan u te serveren. Veel plezier er mee!
 

zaterdag 27 februari 2021

XTC - PART TWO

Volledig in overeenstemming met deze feestdag  - ik schrijf dit op Paaszondag, 2021 - begin ik met deze vraag: hoeveel popsongs kent u met als thema Pasen? Google maakte mij alvast niet veel wijzer. Zeker, verschillende christian pop charts leverden wel resultaten op maar hey, laat ons ernstig blijven. Popmuziek is tenslotte een serieuze aangelegenheid.

Nadat ik mijn vorige blog over XTC had gepubliceerd, bleef er één song in mijn hoofd rondspoken op een hardnekkige, welhaast vervelende manier. 

Vooral de melodie van het refrein: ik ging er mee slapen, woelde er 's nachts het bed mee overhoop en stond 's er ochtends mee op. Vervelend. Maar: wat een refrein!

Ik heb het over Eastern Theatre van XTC's album Apple Venus volume 1 (1999). Een echte parel in de beste Brian Wilson/Beatles traditie. Meer over XTC en over dit album lees je in mijn vorige blogpost.

Voor u verder leest moet u met oren en geest wijd geopend even de tijd nemen om naar dit nummer te luisteren:

 

  XTC - Easter Theatre

 Gold sun rolls around
Chocolate nipple brown
Tumble from your arms
Like the ground, your breasts swell
Land awake from sleep
Hares will kick and leap
Flowers climb erect
Smiling from the moist kiss of her rainbow mouth

Stage left
(Enter Easter and she's dressed in yellow yolk)
Stage right
(Now the son has died, the father can be born)
Stand up
(If we'd all breathe in and blow away the smoke)
New life
(We'd applaud a new life)

Odin mounts the tree
Bleeds for you and me
Splashing on the lamb
Gamboling with spring's step
Buds will laugh and burst
Racing to be first
Turning all the soil
As the promptress' fingers through her spinning script
Stage left
(Enter Easter and she's dressed in yellow yolk)
Stage right
(Now the son has died, the father can be born)
Stand up
(If we'd all breathe in and blow away the smoke)
New life
(We'd applaud a new life)

Easter in her bonnet
Easter in her hair
Easter are the ribbons
She tied everywhere

Stage left
(Enter Easter and she's dressed in yellow yolk)
Stage right
(Now the son has died, the father can be born)
Stand up
(If we'd all breathe in and blow away the smoke)
New life
(Hey)
Stage left
(Enter Easter and she's dressed in yellow yolk)
Stage right
(Now the son has died, the father can be born)
Stand up
(If we'd all breathe in and blow away the smoke)
In her bonnet
(Easter )
Everywhere
Easter
Easter
Easter
Easter

Aanvankelijk begreep ik hier maar weinig van. Muzikaal was ik wel gefascineerd geraakt door het contrast tussen enerzijds de spannende akkoorden van de strofes en anderzijds dat grootse refrein.

Kort daarop ontdekte ik een interessant YouTube filmpje waarin auteur/componist Andy Partridge ons vanuit zijn tuinhuisje uitlegt hoe het idee tot stand kwam. 


Andy Partridge explains how Easter Theatre Came To Be

Partridge is een verteller die af en toe graag afwijkt van het verhaal. Ik vat daarom hier even zijn 13-minuten durende uitleg van hierboven samen.

Compositie

Tijdens het voorjaar van 1986 was de band met Todd Rundgren in San Francisco Skylarking aan het opnemen. Tussen de opnames door speelt Partridge voor Colin Moulding een melodie voor. "Dit zit al maanden in mijn hoofd", zegt hij. "We moeten er echt iets mee doen". Het is het (tekstloze) refrein van Eastern Theatre. "Ja, mooi man", zegt Moulding maar er gebeurt verder niets mee. De melodie verdwijnt in de mist van Andy's onderbewustzijn. 

We spoelen vooruit naar 1994. In hetzelfde tuinhuisje zit Andy wat op een gitaartje te tokkelen. Hij verzint een reeks zeer aardse en donkere akkoorden. Nerveus banen zijn vingers zich een weg over het fretbord en gaandeweg ontstaat een stijgende progressie met de basnoten: E, F, G#, A#. 

Een aardse en stuwende sfeer. Alsof er iets diep vanuit de grond zich een weg naar boven baant. Het ritme is primitief, hijgend...heidens? Andy krijgt op zijn netvlies beelden van ontluikende kiemen en bloemen en er ontstaat een melodietje. Op het laatste A# akkoord wordt de druk nog hoger door de noot F# naar G te verhogen. De spanning is nu ondraaglijk! Wat nu? Plots...als een balletje wat jarenlang in de flipperkast van Andy's brein heeft rondgetold...is daar die melodie uit 1986 weer in al haar majestueuze pracht. Ze sluit naadloos aan!

Lyrics

Partridge laat zich kenmerken als impressionistisch songschrijver. Een songtekst wordt niet vrijblijvend verzonnen bij een muzikaal idee maar wordt van aanvang bepaald door de klankkleuren van de muziek. Akkoorden en melodie leiden zo vanzelf naar een tekstueel thema. In dit geval het beeld van opstuwende bloemen en ontluikende natuurkracht. 

Pasen is de tijd van nieuw leven, nieuwe voorplanting en vitaliteit, het begin van een nieuwe levenscyclus. Andy begreep daarom als kind nooit waarom deze periode werd gesymboliseerd door het beeld van een stervende man aan een kruis. 

Geïnspireerd door de Womans Encyclopedia of Myths and Secrets van Barbara Walker voert hij daarom de Germaanse godin Ēostre (Ostara) ten tonele met als symbolen eieren en lange haren. 

Ēostre
Partridge besluit Ēostre op een bühne te plaatsen zodat we haar in al haar schoonheid kunnen bewonderen, gekleed in eigeel versierd met linten en chocolade en haar lange haren weelderig gedrapeerd over haar lichaam.

Het tweede stukje tekst van het refrein gaat "now the sun has died, the father can be born". Een woordspelletje wat dan weer verwijst naar het christelijk aspect van Pasen. Door het sterven van Christus kan het christendom zich later vestigen als wereldgodsdienst en wordt de christelijke God de vader als het ware geboren. 



Arrangement

Voor het arrangement werd gekozen om de originele gitaarpartij te vervangen door houtblazers: hobo, klarinet en fagot versterken met hun donkerbruin geluid de heidense vibe wat wordt ondersteund door het bonkige 4/4 ritme van de percussie. 

Met deze context kunnen we nu opnieuw met meer betekenis naar deze prachtige track luisteren.  Play loud en vrolijk Pasen allemaal!

vrijdag 19 februari 2021

IN EXTASY FOR XTC


"How does it feel to be the greatest songwriter on earth?" vroeg een interviewer ooit aan Paul McCartney. "Dunno. You'd have to ask Neil Finn". 

Se non è vero, è ben trovato

Hoewel bovenstaande anekdote een broodje aap verhaal is, had Macca evengoed de namen Andy Partridge en Colin Moulding kunnen noemen, de twee songwriters van de Britse band XTC.

Een onderschat bandje. En daarom ga ik het er even over hebben. 

XTC werd al in de tweede helft van de jaren 70 opgericht en is een van de typische exponenten van wat later britpop zou gaan heten. Verder gegoochel met genrenamen zou hun eerste periode het best omschrijven als post-punk of bij ons new-wave

Aangevuld met drummer Terry Chambers repeteerden ze aanvankelijk eigen materiaal totdat ze een stevig en energiek podiumtrio waren. 

Andy Partridge
 Partridge en co. hechtten uiterst veel belang aan originaliteit. Hoewel er van in het begin duidelijk naar de Britse poptraditie uit de jaren 60 wordt teruggegrepen, kwam hun inspiratie aanvankelijk uit ska, dub en zelfs avant-garde. Typische (blues) cliché's uit de jaren 70 waren iets waar Partridge zich ver van wilde houden. 

Een typerende anekdote uit hun documentaire This is Pop is wanneer iemand op een sessie plots een Chuck Berry-cliché uit de gitaar perst, de gekende lick zoals hier in het begin van dit Youtube lesje te zien is (de rest mag je skippen):

"Don't you ever ernie again. I hate that, er-ni, er-ni, er-ni." riep Partridge geërgerd.

Ondanks een klein relletje over de single Statue Of Liberty - vandaag onvoorstelbaar maar het zinnetje In my fantasy I sail beneath your skirt kon in 1978 écht niet door de beugel op de BBC - braken de twee eerste albums White Music (1978) en Go 2 (1978) niet veel potten.

De doorbraak komt er met de plaat Drums and Wires (1979). Hier kiest de band voor een meer mainstream popgeluid. Ze waren het ondertussen wat beu geworden om de Talking Heads uit de Aldi te zijn.  

Iedereen die een beetje de popmuziek van de voorbije 40 jaar heeft gevolgd kent natuurlijk de single Making Plans For Nigel. Toch neigt hun sound - geheel in de tijdsgeest - nog steeds meer naar The Police dan naar pakweg de latere Beatles. Dat zou veranderen. 

Colin Moulding

Vanaf nu hoor je ook dat het duo een goede neus heeft voor songteksten. Nigel is minimalistisch, typisch new-wave maar heeft al verschillende betekenislagen. Moulding schreef de song deels autobiografisch: zijn vader wilde dat hij zijn haar liet knippen en een normale baan zocht die hij graag zou doen. Het verhaal van zo veel artiesten. Maar het gaat natuurlijk ook over British Steel, het overheidsbedrijf wat door Margaret Thatcher dringend moest worden geprivatiseerd. Daarna moest Nigel/Colin er gaan werken en gelukkig zijn. Tenminste, dat was het plan voor Nigel.

In plaats daarvan werkt Moulding samen met Partridge hard aan een opvolger voor Drums and Wires. Black Sea (1980) is een beetje een overgangsplaat. Er komt meer gitaar op de voorgrond en de arrangementen zijn spaarzamer.  

Tussen 1980 en 1981 tourt de band als voorprogramma van The Police om Black Sea te promoten. Vliegtuig op, vliegtuig af, spelen in grote stadions, vandaag Cleveland, morgen Nieuw-Zeeland...voor Partridge die worstelt met een Valiumverslaving wordt het te veel en hij stort in. Hij wil niet langer toeren. 

Er zijn twee soorten bands: zij die decennialang variaties op hetzelfde maken en zij die op enkele jaren tijd vervellen tot iets nieuws en zich steeds opnieuw heruitvinden. Je mag zelf twee keer raden tot welke categorie XTC behoort. De plaat English Settlement (1982) wordt door fans en critici vaak als de allerbeste plaat van XTC beschouwd. Net zoals The Beatles na 1966 moet Partridge niet langer rekening houden met het feit of de arrangementen live te brengen zijn. De fantasie kan nu de vrije loop.

Ook de inbreng van nieuwe gitarist Dave Gregory is daar niet vreemd aan. De single van de plaat wordt Senses Working Overtime omdat platenlabel Virgin daarvoor kiest. Zelf zegt Moulding dat het een beetje ironisch is dat de song lijkt op "iets wat Genesis of Queen zouden hebben gemaakt". Toevallig twee bands die enkele jaren daarvoor vaak werden weggehoond.

Songs als Yacht Dance en Melt The Guns lichten een tip van de sluier op over welke muzikale paden verder zouden verkend worden. 

XTC

De jaren 80 zijn zich ondertussen volop aan het voltrekken met alle gekende muzikale ups en downs.  Verschillende XTC-albums volgen elkaar op, met wisselend hitsucces. Voor Dukes Of The Stratosphere is zelfs gekozen om een Sgt. Peppertje te doen: een fictieve band bedenken die volledig vrij is om andere en psychedelische paden te bewandelen, maar feitelijk gewoon XTC in vermomming is. 

Ik sta verder nog even stil bij enkele van mijn favorieten. In 1986 verschijnt Skylarking. Te midden van hitparades vol koele synthesizerpop, ratelende sequencers en platgecompresseerde vocals is deze plaat een echte verademing. 

De Dukes hebben hun sporen nagelaten en het album staat vol invloeden uit de jaren 60. Vaak kamerbreed, trippy en relaxed van productie. Die productie was overigens niet probleemloos: er werd samengewerkt met de Amerikaanse producer/muzikant Todd Rundgren en dat liep moeilijk. Vaak stonden de meningen van Partridge en Rundgren lijnrecht tegenover elkaar. 


Toch mag het resultaat er zijn zoals de singles Grass maar vooral Dear God bewijzen. Een ontroerend maar bijtend statement waarbij een met zijn geloof worstelende agnost zich tijdens de drammerige bridge razend maakt op al het leed wat God de mensheid aandoet. Ronduit meesterlijk, zowel muzikaal als tekstueel. 


DEAR GOD

Dear God, hope you get the letter and
I pray you can make it better down here
I don't mean a big reduction in the price of beer
But all the people that you made in your image
See them starving on their feet
'Cause they don't get enough to eat from God
I can't believe in you

Dear God, sorry to disturb you but
I feel that I should be heard loud and clear
We all need a big reduction in amount of tears
And all the people that you made in your image
See them fighting in the street
'Cause they can't make opinions meet about God
I can't believe in you

Did you make disease and the diamond blue?
Did you make mankind after we made you?
And the Devil too!

Dear God don't know if you noticed but
Your name is on a lot of quotes in this book
And us crazy humans wrote it, you should take a look
And all the people that you made in your image
Still believing that junk is true
Well I know it ain't, and so do you
I can't believe in
I don't believe

I won't believe in heaven or hell
No saints, no sinners, no devil as well
No pearly gates, no thorny crown
You're always letting us humans down
The wars you bring, the babes you drown
Those lost at sea and never found
And it's the same the whole world 'round
The hurt I see helps to compound
The Father, Son and Holy Ghost
Is just somebody's unholy hoax
And if you're up there you'll perceive
That my heart's here upon my sleeve
If there's one thing I don't believe in

It's you
Dear God.

Uiteraard kan het niet anders dat dit liedje in de Verenigde Staten voor grote controverse zorgt. Interessant is wel dat Partridge zelf niet wild was van de song omdat de inhoud niet in overeenstemming was met zijn eigen meer genuanceerde kijk op religie. Desondanks werd het nummer voor meer simpele zielen een ééndimensionaal strijdlied tegen religie. Tja...

De jaren 90 brengen de platen Oranges & Lemons (1989), een meer commercieel poprock album wat tracht de Amerikaanse markt verder te veroveren en Nonesuch (1992) met als bekendste singles Balad Of Peter Pumpkinhead en The Dissapointed

De meeste songs worden nu door Andy Partridge geschreven. Ook hij moet niet onderdoen voor originaliteit als tekstschrijver:

Well man created the cardboard box to sleep in it
And man converted the newspaper to a blanket
Well you have to admit
That he's come a long way
Since swinging about in the trees 

Kiezen is verliezen, maar ik denk dat  Apple Venus Volume 1 (1999) misschien mijn favoriet album is wanneer het gaat om het verder verkennen van de mogelijkheden van uitgebreide orkestratie en het gebruik van niet-conventionele akkoordenprogressies. 

De eerste track, River Of Orchids is fascinerend vanaf het eerste druppeltje tot de fade out: laag na laag wordt iets magisch opgebouwd. Daarna volgt het poppy I'd Like That om even met de voeten op de grond te komen (alhoewel?).

Easter Theatre, Knights In Shiny Karma, Greenman... smaken verschillen maar voor mij staan er geen slechte tracks op dit album. 

Na het vervolgalbum, het rockende Wasp Star (Apple Venus Volume 2) (2000) en nog wat compilatiealbums is omstreeks 2008 de samenwerking Partridge/ Moulding stilaan opgedroogd. De laatste zou interesse in muziek en schrijven volledig zijn verloren en ook Partridge glijdt rustig naar zijn pensioen toe. 

Vandaag, in 2021 vind ik deze band een beetje vergeten en ondergewaardeerd behalve dan bij fans en kenners. Ik hoop met deze kleine en onvolledige anthologie over hun werk dit een klein beetje te hebben rechtgezet. 

Hey, hey, the clouds are grey
There's straw for the donkeys
And the innocents can all sleep safely
All sleep safely

Meer info en discografie op:

https://www.musicmeter.nl/artist/15844/ 

 









zondag 8 april 2018

A WALK ON PART IN THE WAR, OR A LEAD ROLE IN A CAGE?

Yep, ik ben een Crazy Diamond (Floyd Fan). De goede relatie tussen mij en die Britse band ontstond tijdens mijn adolescentie en houdt loyaal stand.

Op een vrijdagavond ergens midden jaren 80 stak ik in het gezelschap van twee dierbare vrienden een cassette van Wish You Were Here (1975) in de speler, doofde de lichten en vleide me samen met hen op enkele kussens neer. Al dan niet met de hulp van een geurige pretsigaret – ook dat hoorde toen bij het jeugdige experimenteren - gaven we ons vervolgens volledig over aan de majestueuze en intrieste intro van Shine On You Crazy Diamond(Parts I – V).
De liefde voor het wondere universum van Pink Floyd is sindsdien gebleven. En zoals het ware liefde betaamt, heeft die aanvankelijke verwondering voor zoveel moois gedurende de voorbije 35 jaar plaats gemaakt voor een zekere verdieping in intensiteit.

Time...

Wat na al die tijd overeind blijft is het transcendente genot van de muzikale ervaring. En dit ondanks de muzikale eenvoud en het - op de zang en het gitaarspel van David Gilmour na - ontbreken van uitgesproken technische virtuositeit bij de bandleden. Regelmatig slaagde de band er in om met hun vingertoppen heel even die essentie der dingen aan te raken. Tegelijkertijd is Pink Floyd natuurlijk ook lang haar, hippies, eindeloze solo’s, met andere woorden een typisch cultureel cliché uit de jaren 70. Desondanks blijft hun muziek vandaag overeind staan. 
Ondanks de tijd die door de Endless River is gevloeid blijf ik in deze muziek nog steeds nieuwe dingen ontdekken. Zoals het vaak wil bij legendarische rockgroepen was ook hier de chemie tussen Richard Wright, Nick Mason, David Gilmour en Roger Waters meer dan de optelsom der delen. Maar ook de universaliteit en de gelaagdheid van Waters' songteksten is iets wat mij steeds heeft bekoord.

Wish You Were Here, een filosofie...

Op de DVD met extra’s van The Making of Wish You Were Here, het beroemde album waar thema’s als afwezigheid, het verloren genie van stichter/gitarist Syd Barrett en de steeds toenemende druk van de muziekindustrie centraal staan, staat een fragment waarop ex-bassist/tekstschrijver Roger Waters een van de bekendste tracks van het album, de song Wish You Were Here van commentaar voorziet. Zijn uitleg over de filosofie achter die songtekst is de volgende:

Waters: “De zin ‘And did you exchange a walk on part in the war for a lead role in a cage?' is zeer belangrijk in de songtekst, tenminste voor iemand die belang hecht aan songteksten. Maar het nummer begint aanvankelijk met een andere stelling die minstens even belangrijk is: ben jij het soort mens wat in staat is de realiteit te zien, of leef je met een sluier voor je ogen?”
So, so you think you can tell heaven from hell,
blue skies from pain.
Can you tell a green field from a cold steel rail? 
A smile from a veil? 
Do You think you can tell? 

Waters: “Anders gezegd: neem jij als mens voldoening met het concept heaven zoals het wordt voorgespiegeld volgens de gangbare moderne Amerikaanse consumptiedroom, of niet? Want als dat niet zo is, ga je jezelf vroeg of laat toch af vragen wat er eigenlijk écht aan de hand is en hoe ver we eigenlijk nog verwijderd zijn van een Orwelliaanse nachtmerrie. Staat onze samenleving vandaag dichter bij een hel zoals Orwell het in 1984 beschreef, of eerder bij de hemel die het monetarisme en de globale vrije markt ons zouden bieden, zoals politici als Margaret Thatcher en Ronald Reagan ons wilden doen geloven? Volgens mij staan we vandaag helaas dichter bij 1984 dan bij die hemel. De meerderheid van de mensen loopt vandaag als zombies ond en speelt het spelletje mee, een beetje zoals in de song Welcome 2 Hell van Eminem wordt beschreven. Die track is eigenlijk een heel goede illustratie van het soort eisen wat mensen vandaag aan het leven stellen die a smile from a veil, heaven from hell of blue skies from pain jammer genoeg niet van elkaar kunnen onderscheiden.

De sleutelzin, did you exchange a walk on part in the war for a lead role in a cage gaat dus over een fundamentele vraag: indien je bereid bent om jezelf te onderwerpen aan een bestaan waarin je dat soort verschillen niet ziet of wil zien, dan is het wellicht voor jou geen optie om voor een walk on part in the war (een figurantenrol in de oorlog) te gaan.
Die ‘oorlog’ binnen de context van de song is een oorlog die je voert in naam van jezelf, van je eigen menselijkheid en van alles wat ‘menselijk’ is. Die oorlog voer je omdat jij het verschil tussen de smile en de veil, de glimlach en de sluier, wél ziet. Je voert een strijd in naam van alles wat lovenswaardig is aan het mensdom en de menselijkheid. Je eist daarbij aandacht op voor de menselijkheid, zoals we eisen dat figuren als Mumia Abu-Jamal of TroyDavis niet de doodstraf krijgen, dat de Iraanse regering eindelijk ophoudt met het martelen van jongeren, of dat Egyptische generaals stoppen om mensen te arresteren en ze halfdood te martelen om ze vervolgens terug op straat te droppen, enkel en alleen omdat ze het in hun hoofd hebben gehaald om wat protestsongs op hun gitaar spelen. Die walk on part in the war is de eis om dit soort dingen elke dag weer opnieuw onder onze aandacht te brengen.”

Ben ik ondertussen definitief tot ouwe zak gepromoveerd, of is het toch een feit dat er in de hedendaagse popmuziek minder lyrics van met dit soort diepgang te vinden zijn?

So, so you think you can tell
Heaven from Hell,
Blue skies from pain.
Can you tell a green field
From a cold steel rail?
A smile from a veil?
Do you think you can tell?

Did they get you to trade
Your heroes for ghosts?
Hot ashes for trees?
Hot air for a cool breeze?
And cold comfort for change?
Did you exchange
A walk on part in the war,
For a lead role in a cage?

How I wish, how I wish you were here.
We're just two lost souls
Swimming in a fish bowl,
Year after year,
Running over the same old ground.
What have we found
The same old fears.
Wish you were here.

Pink Floyd - Wish You Were Here op Youtube:





EMINEM - Welcome 2 Hell op Youtube:





maandag 1 september 2014

NOWHERE MAN

Aantal woorden: 2951 / geschatte leestijd: 10 min

Ik oefen mezelf van tijd tot tijd graag in wat nieuwe vaardigheden. Zo wilde ik kijken of ik een Engels krantenartikel zou kunnen vertalen. Een ondertussen legendarisch geworden artikel uit 1966 van Maureen Cleave. Voor zover ik weet nooit eerder vertaald. Een specifiek stukje pophistorie. 

LIFESTYLE UIT DE OUDE DOOS



John Lennons huis in Weybridge
Op 3 april 1966 bracht de Britse journaliste Maureen Cleave van The Evening Standard een dagje door bij John Lennon, eerst bij hem thuis in Weybridge en daarna ook tijdens een uitstapje naar Londen. In de annalen van de popgeschiedenis kreeg dit op zich niet zo spectaculaire lifestyle-interview vooral bekendheid omwille van het feit dat Lennon die dag zijn beroemde Jezusuitspraak deed.

 

 

 ...AND THE REST IS HISTORY

 

Enkele maanden later, tijdens de zomertournee van de band door de VS leidde die uitspraak in The Bible Belt van Amerika tot problemen. De Ku Klux Klan organiseerde heuse platenverbrandingen en tijdens een show in Memphis waren de zenuwen dusdanig gespannen dat een hevige vuurwerkknal de arme Fab Four op het podium in ware doodsangst in elkaar deed krimpen. De stress van die turbulente tournee droeg ongetwijfeld bij tot de beslissing die de band nam: nooit meer toeren! Jammer genoeg was de geest uit de fles. Ruim veertien jaar later zorgde Lennons uitspraak voor het dramatisch vervolg: in het zieke hoofd van Beatlesfan Mark David Chapman wisselden haat en idolatrie elkaar af. Toen de haat het weer eens won, wilde Chapman Lennons uitspraak wreken. Niemand kon immers ongestraft populairder dan Jezus zijn, ook niet in New York in 1980.

'BEROEMD EN BEMIDDELD'

Naast deze overbekende feiten biedt dit artikel ook een ander interessant perspectief. Vandaag herinnert de wereld zich John Lennon eerder als de working class hero, de selfmade intellectueel met een visie. Iemand die filosoferend op zoek was: naar zichzelf, naar de wereld, naar God (en weer terug), naar vrede, naar liefde. Hoe groot is echter het contrast met de John die we hier ontmoeten. In het najaar van 1965 schreef hij de autobiografische song Nowhere Man. Een half jaar later maken we kennis met een lichtjes arrogante, steenrijke en verwende popster die, zoals het dan steeds gaat, gevangen zit in zijn eigen geïsoleerde leventje. En ondanks (of juist omwille van?) zijn rijkdom verveelt hij zich stierlijk. Hij wacht. Op zingeving. Invulling. Betekenis. Laat het een troost zijn dat hij ondanks zijn korte leven toch veel van die kostbare zaken op zijn pad is tegengekomen.

 

HOE LEEFT EEN BEATLE? ZO LEEFT JOHN LENNON


(door Maureen Cleave, Evening Standard, 3 april 1966)

Ergens op een heuvel in Surrey woont een rijke, beroemde jonge man. Hij wacht op iets...

Het is nu drie jaar geleden dat de Beatles definitief doorbraken en wereldberoemd werden. Sinds die tijd vragen journalisten en critici zich onophoudelijk af of de groep over haar hoogtepunt heen is en zoeken ze ononderbroken naar de nieuwe Beatles. Wellicht even zinloos als op zoek gaan naar de nieuwe Big Ben?

Vandaag moeten ze die pogingen immers staken: de roem van de Beatles staat namelijk onomwonden vast. Het doet er echt niet meer toe of ze grofgebekt of beleefd, getrouwd of vrijgezel, 25 of 45 zijn, in Top of the Pops verschijnen of niet. De Beatles staan onbetwist aan de top. Een poleposition waar zelfs een Rolling Stone vandaag enkel van kan dromen. Hun roem is net zo vanzelfsprekend als die van koningin Elisabeth. Als John Lennons Rolls Royce met haar zwarte velgen en zwart getinte ruiten voorbijrijdt, zeggen voorbijgangers ofwel 'Kijk, de Queen', ofwel 'Kijk, de Beatles'. Beiden genieten ze van een beschermd leventje aan de top van het establishment. Beiden verdienen ze het respect van hun publiek; de koningin in Buckingham Palace, de Beatles in de chique omgeving van Weybridge in Esher. Paul is de enige die nog in Londen woont.

De drie andere Beatles zijn getrouwd en wonen in Esher te midden van bosrijke heuvels en beursmakelaars. Ze hebben niet meer gewerkt sinds Kerstmis en leiden een afgezonderd en tijdloos bestaan. “Welke dag is het vandaag?” vraagt John Lennon geïnteresseerd aan de telefoon. Aan de poorten van hun huizen staan onafgebroken fans te wachten maar de Beatles hebben enkel contact met elkaar. Hun vriendschap is dan ook sterker dan ooit.

Ringo en zijn vrouw Maureen springen geregend bij John en Cynthia binnen; George en Pattie springen geregeld bij John en Cynthia binnen. Of ze besluiten plots om met z'n allen naar Ringo te gaan. Met de auto uiteraard. Een celebrity wandelt enkel bewust voor de sport.

Samen kijken ze dan naar films, spelen ze gezelschapsspelletjes of kijken ze tv tot het einde van de uitzendingen. Tegelijkertijd draaien ze platen. Ze maken samen lol tot in de late uurtjes door samen maffe tapes op te nemen. Vaste uren voor bed- of etenstijd bestaan niet. “Vroeger bestond er ook geen leven buiten Beatle zijn, dus feitelijk kennen we niets anders” zegt John.

Ondanks alle succes is hij nog steeds dezelfde. Door zijn bijziendheid kijkt hij nog steeds arrogant vanuit de hoogte op je neer met die gekende arendsblik hoewel nu met iets minder toegeknepen ogen als vroeger omdat hij tegenwoordig contactlenzen draagt. Nu zijn gezicht wat voller is, lijkt hij meer dan ooit op Henry VIII. En gedraagt hij zich even heerszuchtig, onvoorspelbaar, vadsig, ongeorganiseerd, kinderlijk en vaag maar tegelijk ook charmant en gevat. Hij is gemakkelijk in de omgang maar soms ook behoorlijk taai. “Je hebt me nooit iets over Fred Lennon gevraagd”, zegt hij ontgoocheld. (Fred is zijn vader die plots op de proppen kwam nadat John beroemd werd.) “Hij was hier enkele weken geleden. Het was pas de tweede keer dat ik hem ontmoette – ik heb hem de deur gewezen”. “Hem wilde ik echt niet in huis” vervolgt hij opgewekt.

Hij is onverminderd enthousiast en staat er op dat we zijn geestdrift delen. George bracht hem in aanraking met Indische muziek. Na twintig minuten sitarmuziek roept hij me plots toe: “je bent niet echt aan het luisteren, he? Het is nochtans ongelofelijk hoe cool dit is! Vind je Indiërs dan niet cool? Luister eens goed! Deze muziek is duizenden jaren oud, man, ik moet gewoon lachen, dat de Engelsen naar ginder gaan en die Indiërs dan een beetje gaan vertellen wat ze moeten doen. Echt ongelofelijk”. Waarna hij plotsklaps de tv aanzet.

De ervaringen die hij tijdens voorbije jaren als beroemdheid opdeed, zorgen ook voor toenemende twijfel. Hij is breeddenkend maar sluit zich mentaal op in eender wat hem op dat moment bezig houdt. “Het christendom zal ophouden met te bestaan”, zo zegt hij, “het zal langzaam verschrompelen om vervolgens te verdwijnen. Ik denk niet dat dit ter discussie staat; ik heb het gewoon bij het rechte eind en de tijd zal mij gelijk geven. Wij zijn op dit moment populairder dan Jezus; ik weet echt niet wat het eerst zal verdwijnen – rock 'n roll of het christendom. Jezus was best oké maar zijn discipelen waren domme onnozelaars. Zij hebben de boel voor mij echt verknoeid.” Hij leest momenteel veel over religie.

Als hij gaat winkelen bij Asprey's lijkt het wel een razzia. Hij bestookt de winkel als een razende bliksemschicht. Hij heeft een niet onaardige wijnkelder. Maar ondanks alle weelde blijft hij redelijk zichzelf. Hij is namelijk veel te lui om de schijn op te houden, zelfs al zou hij uitgezocht hebben welke soort schijn hij waar precies zou moeten ophouden (wat hij niet heeft gedaan).

Hij is nu 25. Hij woont samen met zijn vrouw Cynthia en hun zoon Julian in een groot huis in typische mock Tudor-stijl vol zware muurpanelen en wollige tapijten. Hij heeft een kat, Mimi, genoemd naar zijn tante en hij dineert in een paarse eetkamer. Julian is nu drie. Binnen enige tijd zal hij naar het Lyceum in Londen gaan. “Dat lijkt echt de beste school voor iemand in zijn positie”, zegt John terwijl hij zonder veel passie Julian in het oog houdt. “Ik vind het anderzijds ook best erg voor hem. Toen ikzelf vijf was, kon ik lelijke mensen niet verdagen. Veel van die rijke buitenlanders daar zijn echte lelijkaards, niet?”

Julian, John en knuffels
Ik krijg een snelle rondleiding door het huis. Julian loop ons hijgend achterna met in zijn armpjes een grote porseleinen Siamese kat. John dwaalt langs alle spullen die hem ondertussen niet meer boeien. “Dit is Sidney” zegt hij bij een oud harnas. “En hier, dit was een week lang een hobby van me” terwijl we in een kamer vol modelbouw raceautootjes staan. “Dit mag ik van Cyn niet wegdoen” zegt hij naast een fruitautomaat gokkast. In de woonkamer staan acht kleine groene doosjes met daarin knipperende rode lichtjes: ze blijven gegarandeerd knipperen tot de volgende kerst! Hij kocht ze als kerstcadeautjes maar ze geraakten nooit uitgedeeld. In mijn verbeelding zie ik hem aanstaande kerst zitten, omringd door de kleine knipperende doosjes.

Hij staat even stil bij de dingen die hij wel leuk vind: een grote Rooms-katholieke crucifix met de inscriptie 'IHS', een stel barkrukken, een geschenkje van George, een gigantische Bijbel die hij ergens in Chester kocht en een gorillapak.

“Ik dacht dat ik wel een gorillapak kon gebruiken” zegt hij een beetje triest. “Ik heb het slechts twee keer gedragen. Ik dacht dat het wel leuk zou zijn om het op een mooie zomerdag aan te trekken en dan een rondje in de Ferrari te maken. We zouden dat met z'n allen doen, maar uiteindelijk was ik de enige die ook echt zo'n pak kocht. Ik zat zo te denken, als ik de kop niet op zou zetten, zou het best nog een leuke jas-met-poten kunnen zijn. Ik heb altijd al wel een bontjas willen hebben, maar ik was er nog nooit eentje tegengekomen”.

Je krijgt het gevoel dat al zijn bezittingen – waarvan hij er zich nog elke dag meer aanschaft – zijn leven domineren: al die bandopnemers, de vijf televisietoestellen, de auto's, de telefoons waarvan hij niet weet hoe ze werken. Als hij maar in de buurt van een schakelaar komt, springt er een zekering. Zes van de groene doosjes met rode knipperlichtjes – die gegarandeerd tot de volgende kerst blijven knipperen! – zijn al stuk. Zijn autopark, de Rolls Royce, de Mini Cooper met de zwarte wielen en de zwart getinte ruiten en de zwarte Ferrari zijn voor hem een mysterie. En dan is er nog het zwembad, waarachter de bomen veel te schuin afhellen. “Helemaal niet zoals ik het gevraagd had”, zegt hij ontgoocheld. Eigenlijk wilde hij dat de bodem van het zwembad een spiegel zou zijn. “Het is een wonderlijk huishouden hier”, zo zegt hij “geen enkele van al mijn gadgets werkt eigenlijk naar behoren, behalve dan het gorillapak. Het enige pak wat me werkelijk past.”

Hij is erg gesteld op boeken, en is steeds op zoek naar interessante lectuur. Hij koopt boeken aan de lopende meter die hij in een speciale kamer bewaart. Hij heeft werk van Swift, Tennyson, Huxley, Orwell, dure in leder gebonden edities van Tolstoi en Oscar Wilde. Verder staan in zijn bibliotheek ook Little Women van Alcott, alle boeken van Charles Williams (uit zijn kindertijd) en enkele onverwachte werken zoals Fourty-One Years in India van Lord Roberts en Curiosities of Natural History van Francis T. Buckland. Dit laatste werk met curieuze hoofdstukken als 'Katten zonder oren', 'Mensen met houten benen' of 'De onsterfelijke moeder van Harvey', is helemaal zijn ding.

Hij verkent de literatuur vanuit een kinderlijke interesse die niet wordt gehinderd door al te veel formele kennis. “Ik heb miljoenen boeken gelezen” zegt hij “en daarom blijk ik wel een en ander te weten.” Hij is geobsedeerd door de Kelten. “Ik heb besloten dat ik een Kelt ben” zegt hij “ ik sta aan de kant van Boudicca – bloedige blondines met blauwe ogen die mensen in stukken hakken. Ik heb een ongelofelijk verlangen daar bij te zijn. Niet letterlijk natuurlijk, maar door de inleving in die verhalen. Meer dan een korte paragraaf over hoe het leven toen was krijg je in die boeken niet, maar de rest verbeeld ik me dan.”

Hij kan onbeperkt uitslapen en is waarschijnlijk de meest luie mens in heel Engeland. “Fysiek lui”, zegt hij. “Ik zit er niets mee in om te lezen, te schrijven, te kijken of te praten, maar seks is eigenlijk de enige fysieke activiteit waar ik nog wat voor te vinden ben.” Soms wordt hij in zijn Rolls naar Londen gevoerd door Anthony, een ex-poortwachter afkomstig uit Wales. Hij is gefascineerd door de snor van Anthtony.

De dag van mijn bezoek was hij uitgenodigd om in Londen te gaan lunchen en daar deed hij nogal opgewonden over. “Weet jij hoelang zo'n lunch duurt?” vroeg hij. “Ik heb nog nooit geluncht. Een paar dagen geleden was ik in de Lyons club en daar bestelde ik eieren met friet en een kop thee. Ondertussen zaten de obers maar naar mij te staren en zeiden ze steeds 'nee, hij is het niet, of wel?'.”

Links: John met 'Sydney'. Rechts: John, Julian en de Rolls
Hij installeert zich in de auto en demonstreert de tv, het opklapbed, de ijskast, het bureau en de telefoon. Aan die telefoon heeft hij al veel uren vruchteloos zitten prutsen. “Eén keer kreeg ik iemand aan de lijn” zo zegt hij “die me vertelde dat de rest niet thuis was.”

Anthony was net een weekendje in Wales geweest. De autotelefoon moest ook worden nagekeken. Ze moesten de dokter bellen omdat John enkele stekels van een zee-egel in zijn voet had. “Ik wil niet eindigen zoals Dorothy Dandrige” zegt hij “die 50 jaar later sterft aan de gevolgen van een splinter”. Maar hij stelt ons gerust, hij heeft de voet in kwestie zorgvuldig gewassen.

Gehuld in exclusieve kleren van de laatste mode slingeren we in de Rolls gezwind door het platteland. “Beroemd en bemiddeld”, zo omschrijft hij zichzelf. “Men zegt mij dat ik er warmpjes in zit, maar dan denk ik soms toch dat ik op mijn veertig alles zal hebben opgemaakt, dus blijf ik maar verder doen. Daarom ben ik ook op een bepaald moment trouwens ook mijn auto's beginnen te verkopen: daarna veranderde ik echter weer van idee en heb ik ze allemaal opnieuw gekocht en zelfs ook nog een nieuwe erbij.”

“Ik wil enkel geld hebben om rijk te zijn. De enige andere manier om rijk te worden is rijk geboren worden. Als je geld hebt, heb je macht zonder dat je daarom meteen die macht hoeft uit te oefenen. Soms denk ik ook dat het allemaal één grote samenzwering is en dat de regering en de rijke mensen zoals ik de winnaars zijn. Dat gezegde over de werkende klasse die onwetend en arm moet worden gehouden is nog steeds waar, dat is wat de Tories en de grondbezitters nog steeds doen; aan de andere kant is er dan Labour die de arbeiders onderwijs wil geven maar daar schijnen ze zich nu niet echt meer mee bezig te houden.”

Hij is ook doodsbenauwd voor domme mensen. “Ondanks dat ik nu beroemd en bemiddeld ben, kom ik vaak ook heel gewone, maar gevoelige mensen tegen. Soms denk ik dat ik niet echt rijk ben. Maar wie zijn dan wel die echt rijke mensen, en waar zitten ze?”

Beroemd zijn vind hij niet lastig. Dit sterkt het vermoeden dat de Beatles uiteindelijk nooit iets anders gewild hebben dan beroemd worden. “Iedereen denkt van zichzelf dat ze beroemd hadden kunnen worden als ze maar genoeg kansen en geluk hadden gekregen en zo. Maar als het dan toch gebeurt, is het eerder iets natuurlijks. Denk aan je oude grootmoedertje die dingen zei als 'met zo'n stem wordt je wereldberoemd'”. Niet dat hij zelf een oud grootmoedertje had, zo voegt hij er snel aan toe.

Hij is twee uur en drie kwartier te vroeg bij de dokter en net op tijd voor zijn lunch, maar helaas wel op de verkeerde plek. Hij koopt een grote doos met een collectie gezelschapsspelletjes in Asprey's. Na het openen krijgt hij niet alle spelletjes terug in de doos. Hij vraagt zich af wat hij nog meer zou kunnen kopen. Hij gaat naar het kantoor van Brian Epstein en vraagt gretig of er nog nieuwe cadeaus van de fans zijn aangekomen. Niets zo leuk als dingen voor niets krijgen, zegt hij. Hij past een brilletje uit de de verleidelijke collectie van Miss Hanson.

En dan is er plots het gerucht dat er een Beatle is gesignaleerd in Oxford Street! Hij klaart op: “een van de anderen moet buiten zijn”, zegt hij alsof hij het over een ontsnapte beer heeft. “We laten ze maar één per één naar buiten hoor” zegt de verleidelijke Miss Hanson kordaat lachend.

Hij zegt dat je moet leven en lachen, maar volstaat dat voor een rusteloze ziel als hij?

“Weybridge” zegt hij “is voor mij niet voldoende. Het is voor mij maar een tijdelijke halte, zoals je even van de bus afstapt. Er wonen bankiers en beursmakelaars die echt denken dat het hun eindbestemming is. Maar ik denk elke dag na, over mijzelf in mijn Hansje-en-Grietje-huis. Maar ik neem mijn tijd. Ooit vind ik mijn echte huis wel, als ik weet wat ik wil.”

“Weet je, ik ga iets anders doen, er is iets nieuws wat ik moet doen, alleen weet ik niet precies wat dat is. Daarom blijf ik ondertussen maar wat schilderen, een beetje muziek opnemen en wat schrijven omdat dat misschien wel dingen zijn die ik moet doen. Al wat ik weet is dat dit leventje eigenlijk niets voor mij is.”

Anthony slaagt er in om John met de hele collectie gezelschapsspelletjes in de auto te schikken en rijdt hem terug naar huis. Terwijl in de rustgevende duisternis achter in de Rolls de televisie zachtjes flikkert, haasten de Londenaars zich buiten ondertussen van hun werk naar huis.

Bron: www.beatlesinterviews.org van de originele uitgave van de Evening Standard. Vertaling: Sebastiaan Bouckaert.





vrijdag 13 september 2013

WELKOM!


Aantal woorden: 254 / Geschatte leestijd: 1 minuut

Welkom op mijn vernieuwde blog geluid onder de pannen. Vroeger heette deze blog dak van de wereld. Naast enkel muziek schreef ik daar over geschiedenis en politiek. Recent heb ik echter besloten het thema toe te spitsen op posts over (pop)muziek in de brede betekenis.
 

Net zoals voorheen blijft er de vraag: wat is in deze overbevolkte blogosfeer de toegevoegde waarde van een blog als deze?' Een goeie vraag om ook aan mezelf te stellen en allerminst een eenvoudige kwestie. Pogingen om hierop een leesbaar antwoord te formuleren zijn eerder futiel. Wel licht ik graag toe wat mij beweegt om te gaan bloggen.

Eigenlijk volstaat daarvoor één woord: passie. De passie voor muziek, geschiedenis, cultuur en de combinatie van deze drie. Dat steeds meer een fanatiek verzamelaar wordt van muziek op allerlei soorten geluidsdragers maakt deze keuze ook voor de hand liggend.

Daarnaast heb ik altijd al belangstelling gehad voor het schrijven. Ik ben mij er echter van bewust dat het schrijversambacht veel oefening vraagt. Ook daar speelt deze blog een rol. Bloggen is immers een uitstekende manier om het schrijverschap te trainen

Al bij al reden genoeg om met enthousiasme mijn stukjes met u te delen. Rest mij enkel te zeggen dat ik hoop dat u er als lezer evenveel plezier aan zult beleven als ik!